4ec70cb7553d75824cdf9e1ff4ece17b.ppt
- Количество слайдов: 29
Oudheid per m 2: film en oudheid. Aflevering 1 Cabiria visione storica del terzo secolo a. C. Itala Film, Torino 1914 Vragen? f. g. naerebout@let. leidenuniv. nl
Dramatis personae: [* = historische personages] Batto, zijn vrouw en zijn dochter Cabiria Croessa, voedster/oppas van Cabiria *Hasdrubal, vorst van Carthago *Hannibal, Carthaags legerleider Karthalo, hogepriester van Moloch *Sophoni(s)ba, dochter van Hasdrubal Bodastoret, herbergier Elissa, bediende van Sophoniba = Cabiria *Mas(s)inissa, vorst van de Numidiers *Syphax, vorst van de Numidiers Fulvius Axilla Maciste, zijn bediende *Publius Cornelius Scipio, Romeins aanvoerder *Gaius Laelius, zijn rechterhand *Archimedes
De historische achtergrond: levert het chronologisch raamwerk, in rood aangegeven de evenementen die ook in de film voorkomen en zo het verhaal, ook het fictieve verhaal, in de tijd verankeren 264 -241 Eerste Punische Oorlog: strijd op en om Sicilië, en zeeoorlog. Sicilië wordt Romeins gebied. 241 -238 Muiterij van de Karthaagse huurlingen. Rome pikt Sardinië en Corsica in. 237 - Karthago breidt macht uit in Spanje (vanaf 221 onder leiding van Hannibal). Rome mengt zich in de Spaanse zaken. 218 Rome verklaart Karthago de oorlog. Hannibal trekt over de Alpen naar Noord-Italië. 218 -203 Hannibal behaalt meerdere overwinningen in Italië, maar er volgt geen beslissende slag. Hij trekt door Italië, terwijl de Romeinen de strijd verleggen naar vooral Spanje. In deze periode, in 213, proberen de Romeinen tevergeefs Syracuse, een van de afvallige steden op Sicilië, in te nemen, naar verluidt omdat Archimedes met zijn vernuft de verdediging bijstaat.
213 Syphax, de koning van Numidië, schaart zich aan Romeinse zijde. Zijn tegenstrever Masinissa steunt Karthago. Daarna wisselt Syphax enkele malen van partij. 205 Hasdubral huwelijkt zijn dochter Sophoniba uit aan Syphax en deze kiest de zijde van Karthago. 204 Onder leiding van Publius Cornelius Scipio steken de Romeinen over naar Afrika. Masinissa biedt zijn diensten aan Rome. 203 Scipio wint een grote slag. Syphax’ koningsstad Cirta wordt ingenomen door Masinissa en Syphax gevangen. Masinissa neemt het rijk van Syphax over, én ook Sophoniba. Dat laatste loopt verkeerd af, want de Romeinen vertrouwen het niet Masinissa met de dochter en ex-vrouw van de vijand gehuwd te zien. Het koningschap van Masinissa wordt echter door de Romeinse senaat bevestigd. Hannibal keert terug naar Karthago. 202 Slag bij Zama: finale Romeinse zege. 201 Karthago is gedwongen vrede te sluiten.
De historische achtergrond De volgende slides tonen: • De stamboom van de Numidische vorsten • Een kaartje van Italië, Sicilië en Noord-Afrika ten tijde van de Tweede Punische Oorlog • Een kaartje met het Numidische rijk van Masinissa • Een plattegrond van Karthago • Een reconstructietekening van de omgeving van de oorlogshaven van Karthago
____ Het graf van Masinissa
Rijk van Masinissa
Reconstructie van Karthago door J. -C. Golvin
Giovanni Pastrone (‘Piero Fosco’) 1883 -1959 producent, auteur en regisseur van Cabiria
Gabriele D’Annunzio 1863 -1938: degene die het plot van Cabiria heeft uitgewerkt en auteur van de tussentitels van de film, en degene die zijn reeds beroemde naam aan de film moest geven
Handschrift van D’Annunzio Hier zien we de eerste pagina van de eerste opzet door D’Annunzio: de titel van de film is dan nog ‘’Il romanzo delle fiamme’, de Romance van de vlammen. Geen gekke titel: het vuur, in allerlei vormen, vormt een samenbindend thema in de film. Punt voor nadere overweging!
• een pagina waarop D’Annunzio de namen van de fictieve personages uit de film heeft genoteerd: Fulvio Axilla, Maciste, Croessa, en Eunoa. Die laatste naam is later Cabiria geworden.
Pastrone en D’Annunzio baseerden zich op: bovenal het geschiedwerk van Titus Livius, 59 v. C. – 17 n. C. , bekend onder de titel Ab Urbe condita = Vanaf de stichting van De Stad (= Rome) en wel de boeken 21 -30: de Tweede Punische Oorlog Een citaat uit de vertaling van Hedwig W. A. van Rooijen. Dijkan, die onder de titel Hannibal voor de poorten is verschenen bij Athenaeum – Polak & Van Gennep 1998: [Scipio spreekt tot Masinissa] “Syphax is overwonnen en gevangengenomen onder de auspiciën van het Romeinse volk. Daarom zijn hijzelf, zijn vrouw, zijn rijk, zijn land, zijn steden, de bevolking die er woont, kortom, alles wat van Syphax is geweest, buit van het Romeinse volk. De koning en zijn vrouw behoorden dan ook, zelfs als zij geen Carthaagse was, zelfs als wij haar vader niet als bevelhebber van de vijand zouden zien optreden, naar Rome te worden gestuurd. Daar zouden de senaat en het Romeinse volk moeten oordelen en beslissen over de vrouw, die, naar wordt gezegd, een bevriende koning [= Syphax] van ons vervreemd heeft en halsoverkop in een oorlog heeft gedreven…”
Bij het horen van deze woorden bloosde Masinissa niet alleen van schaamte, maar ook vulden zijn ogen zich met tranen. Hij zei dat hijzelf in elk geval tot de orders van de bevelhebber zou zijn en smeekte hem, voorzover de zaak het toeliet, zich over zijn overhaast gegeven woord te mogen beraden – hij had immer beloofd dat hij haar [Sophoniba] aan niemand in handen zou geven. Ontdaan ging hij van het hoofdkwartier naar zijn tent. … [Masinissa] riep een trouwe slaaf die volgens de traditie van de koningen vergif onder zijn hoede had voor eventuele noodgevallen. Hij beval hem gif in een beker te mengen, het aan Sophoniba te brengen en daarbij te berichten dat Masinissa graag de eerste belofte zou hebben gehouden … maar aangezien de machthebbers hem de beslissing daarover ontnamen, hield hij zijn tweede belofte: dat ze niet levend in de macht van de Romeinen zou komen. Denkend aan haar vader…, haar vaderstad en aan de twee koningen met wie zij gehuwd was geweest, moest ze haar lot in eigen hand nemen. Toen de dienaar met dit bericht en tegelijk met het vergif bij Sophoniba kwam, zei ze: “Ik neem de huwelijksgift aan. Het is niet eens onwelkom, als mijn man niets beters aan zijn vrouw te bieden heeft. Maar meld dit: ik zou een betere dood gehad hebben als ik niet bij mijn begrafenis getrouwd was”. Even heftig als ze gesproken had nam ze de beker aan en dronk hem zonder een teken van emotie onvervaard leeg. Livius, boek 30, 14 -15
Een belangrijke inspiratiebron naast Livius was de roman Salammbo van Gustave Flaubert. Met name het Karthaagse kinderoffer, spektakelstuk van de eerste orde in Cabiria, is sterk door hoofdstuk 13 van Salammbo beïnvloed.
Het decadente Salammbo inspireerde velerlei kunstenaars (en is ook verfilmd): Cabiria’s Sophoni(s)ba ontleende het een ander aan de priesteres Salammbo
Beeldvorming Behalve de spektakelstukken (vulkaanuitbarsting, stadsbelegering) die standaardingrediënten van de ‘oudheidfilm’ worden maar voor de specifieke beeldvorming niet zoveel betekenis hebben, heeft Cabiria op het gebied van beeldvorming vooral het volgende te bieden: • Ten eerste: Oriëntalisme: het Oosten als ‘de Ander’. Tegenover de goeden (in dit geval de Romeinen – heroïsch en rechtschapen: Scipio zegt tot de onbetrouwbare, maar onderdanige Masinissa: ‘vergeet niet dat je in de aanwezigheid van Rome bent!’; en die woorden missen hun uitwerking niet), staan de kwaden (in dit geval Karthago). De zijde van het kwaad, of minstens van het verderf, is vaak het oosten: zinnelijk, barbaars (zie de Karthaagse kinderoffers, de verleidster Sophoniba). Enkele historische feiten die niet direct tot meerdere eer en glorie van Rome strekken (de heldendaden van Hannibal, de succesrijke verdediging van Syracuse door Archimedes, de overwinningen door Masinissa), wilde men niet uit de geschiedenis wegpoetsen. Maar het zijn in feite slechts intermezzi in het verhaal van Rome’s onafwendbare eindoverwinning. Hannibal mag dan nog zo dapper zijn en een groot veldheer, maar wie onschuldige kinderen offert moet uiteindelijk het onderspit delven.
De verbeelding van het oosten is vaak zeer anachronistisch: er wordt veel Islamo-Arabo-Turks binnengesmokkeld – maar in Cabiria valt dat erg mee, zeker als we bedenken dat Italië in Noord-Afrika oorlog voerde tegen het Turkse Osmaanse rijk. • Ten tweede: Cabiria maakte de forzuto beroemd: de ‘sterke man’. Maciste, gespeeld door de Turijnse havenarbeider Pagano, werd een dusdanig succes, dat allerlei Maciste-films volgden (gesitueerd in de Oudheid en in andere tijdvakken). De ‘sterke man’ heeft een eindeloos filmnageslacht gekregen: Hercules, Spartacus, Maciste, Samson enzovoort, tot en met Conan de Barbaar en zelfs de Rockies en Terminators. Een associatie van de oudheid met heldendom, de oudheid als een tijdvak van ‘echte mannen’ – en ‘slechte vrouwen’, maar de echte mannen weten, in tegenstelling tot niet zo gisse mannen, ook aan die dreigende ondergang te ontsnappen (Masinissa wordt door Sophoniba bijna tot verraad jegens Rome gebracht, wat ook zijn eigen ondergang had betekend; Fulvius, Maciste en Scipio gebruiken eerder Sophoniba voor hun doeleinden, dan dat zijzelf zich laten manipuleren).
Bartolomeo Pagano 1878 -1947, ‘Maciste’
Maciste had voorlopers: in de ‘oudheidfilm’ de sterke slaaf Ursus uit Quo vadis? Links Bruto Castellani in de rol van Ursus (1913). Maar ook in de lichaamscultus van de tijd. Rechts een afbeelding van Eugen Sandow (1867 -1925), grondlegger van Körperkultur, body building, waarbij naast kracht ook het aanzien, een mooie musculatuur, een rol van betekenis ging spelen
Zin en onzin in Cabiria • Ten eerste: een hoogtepunt van de film zijn de kinderoffers aan de god Moloch. Misschien wel hét hoogtepunt: zie op de volgende slides de posters van de film (en de Moloch in het filmmuseum in Turijn – tevens een indicatie van het belang dat in de Italiaanse filmhistorie aan de film Cabiria wordt gehecht). Voor het offeren van kinderen op enige schaal in Karthago zijn geen bewijzen. Het is een hypothese op basis van enige sensatieverhalen uit de oudheid gecombineerd met een Bijbelpassage. De god Moloch bestaat in ieder geval niet: molk is een Punisch woord voor een bepaald type offer, en is niet de naam van een god.
De tophet te Karthago: kinderbegraafplaats wel in verband gebracht met de vermeende Karthaagse kinderoffers – een nu algemeen afgewezen hypothese (overigens: de tophet is ontdekt in 1921 – dus kan in Cabiria nog geen rol spelen).
● Ten tweede: Een groot deel van de film is gesitueerd in Karthago: dat heeft een aanzien gekregen dat geacht wordt ‘Punisch’ te zijn. Dat is niet onaardig gedaan, maar er is sterk gekeken naar Foenicisch materiaal uit archeologische vindplaatsen in het Foenicische ‘thuisland’ (de materiële cultuur van Karthago was – en is – niet erg rijk gedocumenteerd), terwijl voor de derde eeuw v. Chr. archeologisch is geattesteerd dat Karthago al erg veel Griekse invloed had ondergaan. Maar Karthago moest natuurlijk zo ‘vreemd’ mogelijk overkomen. Zoals zo vaak, hebben de set designers ook gegrepen naar ander materiaal uit de oudheid dat in de specifieke context van de film in kwestie niets te zoeken heeft. In dit geval is dat wat Mesopotamië en een heleboel Egypte (en enkel vleugje Perzië en India). Wanneer we in Cirta zijn, dan zijn decors en verdere aankleding in sterke mate Egyptisch. Niet dat alle Egyptische culturele invloed in Numidië afwezig was, maar het lijkt wel alsof de ontwerpers Nubië en Numidië door elkaar hebben gehaald. Ook voor Numidië zou het aanzien vooral Grieks en Greco-Romeins moeten zijn; maar wederom moest het ‘vreemde’ er natuurlijk vreemd uitzien, en Egyptische godenbeelden, wandreliëfs en (fantasie-) zuilen in de vorm van Egyptische katten helpen dan uitstekend. Overigens zal Masinissa, als cliëntkoning van Rome, er niet als een gefantaseerd Afrikaans stamhoofd hebben uitgezien, maar als een Romein. Overigens: er is duidelijk veel energie in gestopt, men heeft het niet gelaten bij het omgeslagen badlaken en enkele bordkartonnen zuil, maar serieus werk gemaakt van de archeologie, alleen in een nogal ongeremde mix.
● Ten derde: De film vangt aan in, en keert nog even terug naar, Catana aan de voet van de Etna. Het huis van Batto, en Batto en zijn vrouw zelf hebben een nogal Grieks aanzien. Dat is mooi, want dat klopt met het feit dat Sicilië een vooral Grieks gebied is dat in de periode waarin de film speelt pas zeer kort deel uitmaakte van het groeiende Romeinse rijk. Dan is het weer wel een beetje vreemd dat er zo de nadruk wordt gelegd – maar het gegeven is dramaturgisch onmisbaar, natuurlijk – op het Romeins zijn van Cabiria en zelfs van haar voedster Croessa (een Griekse, of minstens Griekstalige slavin, zou je aannemen). ● Ten vierde: Godennamen worden kwistig rondgestrooid: Astarte en Baal zijn bestaande namen (al verwacht je voor Karthago T(h)anit), maar Abdal en Gurzil lijken me helemaal aan de geest van D’Annunzio ontsproten te zijn. ● Ten vijfde: of Archimedes inderdaad met behulp van spiegels de Romeinse vloot in brand heeft weten te steken, is omstreden. Lang als goed gevonden verhaal afgedaan, zijn inmiddels al tweemaal experimenten om deze daad na te doen met succes bekroond. Dat zegt niet dat het ook gebeurd is, maar wel dat we de mogelijkheid nog even moeten openhouden. ● Ten zesde: in elke ‘oudheidfilm’ die gesitueerd is in het Nabije Oosten of Noord -Afrika zien we kamelen als rijdier en lastdier. Vaak wordt beweerd dat dit onjuist is, maar dat verdient enige kwalificatie. Kamelen waren wel degelijk al vanaf een vroeg stadium als rij- en lastdier in gebruik. In films die het faraonisch Egypte of het vroege Israel verbeelden, is de kameel misplaatst, maar in de hellenistische en Romeinse wereld mag de kameel zeker meedoen. Waar en in welke mate precies, is een punt van discussie.