Скачать презентацию Joodse traditie — periodes n n n Periode Скачать презентацию Joodse traditie — periodes n n n Periode

39117ed8644bef2f84e234c1c8c3eb4b.ppt

  • Количество слайдов: 12

Joodse traditie - periodes n n n Periode van totstandkoming Torah voor de Babylonische Joodse traditie - periodes n n n Periode van totstandkoming Torah voor de Babylonische ballingschap (Israële en Juda) Bouw van de tweede tempel Hellenistische periode Periode van de Misjna Saddukim en Peruchim Na de vernieling van de tempel; diaspora Totstandkoming van de Talmoed Van de Talmoed tot de klassieke Codes Verlichting en moderniteit

Joodse traditie - totstandkoming Torah = wijzing/wet, eerste 5 boeken Hebreeuwse Bijbel - toegeschreven Joodse traditie - totstandkoming Torah = wijzing/wet, eerste 5 boeken Hebreeuwse Bijbel - toegeschreven aan Mozes - Maar aangevuld en herschreven tot in hellenistische tijd n Periode van de koningen: - cultus van Jhwh als nationale dynastiegod, eerste Tempel - eerste rechtsboeken e. d. - Sterker monotheïstisch v. a. koning Josia (639 -609 v. C) n Babylonische verovering (597/586) - hofhouding gedeporteerd naar Babylon; Tempel vernield - Grotere rol profeten als kritische stem - Reconstructie in Jeruzalem onder Darius (520 -486) - Wending in de religie: n - Verbondstheologie (voluntarisme) - Gehoorzaamheid aan Torah als een utopische wet / Dekaloog

Joodse traditie - vastlegging Bijbel n n n - Hellenistische periode (v. a. Alexander Joodse traditie - vastlegging Bijbel n n n - Hellenistische periode (v. a. Alexander de Grote) verspreiding Joden vastlegging canon aan heilige teksten (Torah, historische boeken, profeten, wijsheidsboeken) Torah krijgt kracht van (goddelijke) wet Eenmaal gecanoniseerde teksten worden onveranderlijk Enkel aan profeten toegeschreven boeken worden gecanoniseerd Inhoudelijke kenmerken Monotheïsme Eschatologie i. p. v; cyclische opvatting Segregatiestreven; nadruk op onderscheidende kenmerken (sabbat, spijswetten) Ontstaan verschillende stromingen Saddukim Ebionim / Peruschim

Joodse traditie - van Torah naar Misjna Na de vastlegging van de Torah scheiding Joodse traditie - van Torah naar Misjna Na de vastlegging van de Torah scheiding tekst en uitleg verschillende genres van uitleg ontstaan - Midrasj op de Halacha - Midrasj op de Aggadah - Plichtenleer ontwikkeld uit studie (Misjna) van de Torah: mondelinge Torah; wijzing is niét afgesloten met de schriftelijke Torah alleen n Romeinse verovering (63 v. C) Saddukim: recht = inrichting van de samenleving Peruschim (waaruit de Tannaim): recht =individueel volgen van een bovennatuurlijke wet - ontstaan christendom / breuk met rabbijnse jodendom n Na de verwoesting van de tweede Tempel (70 n. C): diaspora (verspreiding); vaak assimilatie; enkel het rabbijnse jodendom leeft voort n

Joodse traditie - codificatie Misjna n n n - Kenmerken van het rabbijnse jodendom Joodse traditie - codificatie Misjna n n n - Kenmerken van het rabbijnse jodendom geen tempelpriesters, maar schriftgeleerden Religie = naleving van de goddelijke Torah, uitgewerkt tot plichtenleer (orthopraxie) Rabbijnse literatuur Pesjat Halachische Midrasj (allegorische interpretatie) Misjna-literatuur Haggada-midrasj (parabels) « Codificatie » definitief vastleggen Tenach; vastleggen liturgie Codificeren Misjna (170 -220 n. C), in 6 boeken Interpretatie is niét gestopt door codificatie

Joodse traditie - ontstaan Talmoed n n n - Interpretatie « scholen » (bet Joodse traditie - ontstaan Talmoed n n n - Interpretatie « scholen » (bet ha-midrash) onder leiding van Amoraim thematische discussies (sugyot) vele interpretatiemethoden (tekstuele + allerlei verborgen betekenissen) ontstaan van een derde « laag » tekst: de Gemara Codificatie ervan in de Talmoed (door de Amoraim) 2 Talmoeds (Jeruzalem ca. 400 n. C; Babylon 5 e eeuw) gelaagd: Torah = Misjna + Gemara = Talmoed De uiteenlopende meningen worden opgenomen Inhoud van de Halacha: voornamelijk plichtenleer 613 mitzvot verder secundaire plichten (gezeirah)

Joodse traditie - na de Talmoed n n n - Interpretatie gaat door in Joodse traditie - na de Talmoed n n n - Interpretatie gaat door in de scholen Rechstsbronnen buiten de Talmoed uitspraken rabbinale rechtbanken; adviezen rabbijnen (psak) Decreten (takannot) Gewoonterecht (minhag) adviezen van schriftgeleerden (divré sofriem) Verhouding met recht van het land (Dhina de Malkhuta Dina) vaak zelfbesturende lokale gemeenschappen Nieuwe generaties schriftgeleerden in het Midden-Oosten: Savoroim (6 e eeuw) Geonim (7 e-11 e eeuw): grote rabbijnse commentaren; eerste « codes » van wetten (vanaf 9 e eeuw) Joodse geleerdheid in nieuwe centra in West-Europa (vanaf 11 e eeuw): Rishonim glossatoren van de Talmoed: Rashi en de Tosafot (combineren verschillende interpretaties) Spaanse school: instituten en novellen compendia en codes, vooral Maimonides’ Mishneh Torah (1187) De Acharonim (vanaf 16 e eeuw) Shulhan Arukh ( « Code » van Joseph Caro, 16 e eeuw)

Joodse traditie - talmoedisch recht n n - Personaliteitsbeginsel: geldt enkel voor de joden Joodse traditie - talmoedisch recht n n - Personaliteitsbeginsel: geldt enkel voor de joden afstamming via de moeder Rechtsbronnen: rabbijnse arbitrale rechtscolleges dominante rol van schriftgeleerden - geen hiërarchie in het leergezag: wetenschap van ontdekking van de wetten van de bovennatuurlijke morele orde - sociale ethiek (plichtenleer), transcendent model van gerechtigheid, geen inrichting van de samenleving - familierecht

Joodse traditie - moderne tijden n n - Stromingen vanaf 18 e eeuw Mitnagdim: Joodse traditie - moderne tijden n n - Stromingen vanaf 18 e eeuw Mitnagdim: traditionele schriftgeleerden Chassidim: charismatische vorrmheidsbeweging Maskalim: joodse verlichting (Haskalah) (o. a. Mendelssohn) Vanaf 19 e eeuw Politieke achtergrond / antijudaïsme Zionisme - terugkeer naa Israël Rol religieus recht vandaag: in landen met personaliteitsbeginsel arbitraal Stromingen vandaag verschillende types orthodoxen Masorti (gematigden) Liberalen / reformisten (historisering van de Schrift)

Israël - hist. inleiding n n - Ottomaanse periode: Milletler: personaliteitsbeginsel Niet-familierecht: codificatie in Israël - hist. inleiding n n - Ottomaanse periode: Milletler: personaliteitsbeginsel Niet-familierecht: codificatie in Medjelle 1870 Britse periode 1918 -1948 bij lacunes in bestaande recht: aangepast common law deelcodificaties, bv. Civil wrongs ordinance immigratie en clandestiene zelforganisatie Einde Brits mandaat 15 mei 1948: Israël roept onafhankelijkheid uit in deel van Palestina Arabische inval: wapenstilstandslijn 1949 gevolgen : Aliyah / Nakba Rechtsontwikkeling reeks constitutionele wetten vanaf 1958 na Foundations of Law Act 1980 reeks deelcodificaties privaatrecht

Israël - instellingen n - Politieke instellingen Parlementaire republiek / sterke positie uitvoerende macht Israël - instellingen n - Politieke instellingen Parlementaire republiek / sterke positie uitvoerende macht Knesset (éénkamerparlement) Regering heeft ± residuaire bevoegdheid Grondwet: gespreid over meerdere Basic Laws meestal wijzigbaar bij gewone meerderheid wel toetsing wet aan de grondwet Grondrechten: 2 Basic Laws 1992/1994: Human dignity and liberty Values of Israel as a Jewish and democratic state Pijnpunten: religieuze rechtsregels; compromis in 4 punten Gerecht: Piramide aan gewone rechtbanken; bovenaan Hooggerechtshof Familierecht grotedndeels bij religieuze rechtbanken per religie

Israël - privaatrecht n n - Gemengd rechtsstelsel (civil / common law) continenatle systematiek Israël - privaatrecht n n - Gemengd rechtsstelsel (civil / common law) continenatle systematiek common law rechtsfiguren invloed joods recht beperkt buiten familierecht Rechtsbronnen wetgeving primaire rechtsbron (niet enkel correctie common law) tegelijk binding force of precedent Grote rol van algemene rechtsbeginselen