4b225436fd4c3718c715199f0310bfa7.ppt
- Количество слайдов: 46
― Dankdag 2012 ― Welkom Voorganger: ds. A. A. Kramer Organist: br. M. Jansma Beamist: br. D. D. Rouwhorst Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Votum en zegengroet Onze hulp is in de naam van de HERE, die hemel en aarde gemaakt heeft. Amen. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lied 479: 1 -4 1 Aan U behoort, o Heer der heren, de aarde met haar wel en wee, de steile bergen, koele meren, het vaste land, de onzeek're zee. Van U getuigen dag en nacht. Gij hebt ze heerlijk voortgebracht. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lied 479: 1 -4 2 Gij roept het jonge leven wakker, een tuin bloeit rond het open graf. Er ruisen halmen op de akker waar zich het zaad verloren gaf. En vele korrels vormen saam een kostbaar brood in uwe naam. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lied 479: 1 -4 3 Gij hebt de bloemen op de velden met koninklijke pracht bekleed. De zorgeloze vogels melden dat Gij uw schepping niet vergeet. 't Is alles een gelijkenis van meer dan aards geheimenis. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lied 479: 1 -4 4 Laat dan mijn hart U toebehoren en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren om al uw tekens te verstaan. Dan is het aardse leven goed, omdat de hemel mij begroet. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lezen Handelingen 14: 8 -18 Paulus en Barnabas in Lystra 8 In Lystra zat een man op straat die geen kracht in zijn voeten had; hij was al sinds zijn geboorte verlamd en had nooit kunnen lopen. 9 Toen deze man naar een toespraak van Paulus luisterde, keek Paulus hem strak aan en zag dat hij geloofde dat hij genezen kon worden. 10 Daarom riep hij hem toe: ‘Kom overeind en ga op uw benen staan!’ De man sprong op en begon te lopen. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lezen Handelingen 14: 8 -18 11 Toen de mensen zagen wat Paulus had gedaan, verhieven zij hun stem en ze zeiden in het Lykaonisch: ‘De goden zijn in mensengedaante naar ons afgedaald!’ 12 Ze noemden Barnabas Zeus en Paulus Hermes, omdat hij de woordvoerder was. 13 De priester van Zeus, wiens tempel vlak buiten de stad lag, bracht met bloemenkransen getooide stieren naar de stadspoort, die hij en het volk wilden offeren. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lezen Handelingen 14: 8 -18 14 Maar toen de apostelen Barnabas en Paulus merkten wat de bedoeling was, scheurden ze van ontzetting hun kleren, drongen zich door de menigte heen en riepen: 15 ‘Wat doet u toch? Wij zijn mensen, net als u. Onze boodschap is nu juist dat u geen afgoden moet vereren, maar de levende God, die de hemel en de aarde en de zee heeft geschapen en alles wat daar leeft. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lezen Handelingen 14: 8 -18 16 Hij heeft in het verleden alle volken hun eigen weg laten gaan, 17 maar heeft toch blijk gegeven van zijn goedheid: vanuit de hemel heeft hij u regen geschonken en vruchtbare seizoenen, hij heeft u overvloedig te eten gegeven en u zodoende vreugde gebracht. ’ 18 Door deze woorden slaagden ze er met moeite in de mensenmenigte ervan te weerhouden om aan hen een offer te brengen. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lezen Handelingen 17: 22 -31 22 Paulus richtte zich tot de leden van de Areopagus en zei: ‘Atheners, ik heb gezien hoe buitengewoon godsdienstig u in ieder opzicht bent. 23 Want toen ik in de stad rondliep en alles wat u vereert nauwlettend in ogenschouw nam, ontdekte ik ook een altaar met het opschrift: “Aan de onbekende god”. Wat u vereert zonder het te kennen, dat kom ik u verkondigen. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lezen Handelingen 17: 22 -31 24 De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat er leeft, hij die over hemel en aarde heerst, woont niet in door mensenhanden gemaakte tempels. 25 Hij laat zich ook niet bedienen door mensenhanden alsof er nog iets is dat hij nodig heeft, hij die zelf aan iedereen leven en adem en al het andere schenkt. 26 Uit één mens heeft hij de hele mensheid gemaakt, die hij over de hele aarde heeft verspreid; Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lezen Handelingen 17: 22 -31 voor elk volk heeft hij een tijdperk vastgesteld en hij heeft de grenzen van hun woongebied bepaald. 27 Het was Gods bedoeling dat ze hem zouden zoeken en hem al tastend zouden kunnen vinden, aangezien hij van niemand van ons ver weg is. 28 Want in hem leven wij, bewegen wij en zijn wij. Of, zoals ook enkele van uw eigen dichters hebben gezegd: “Uit hem komen ook wij voort. ” Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lezen Handelingen 17: 22 -31 29 Maar als wij dan uit God voortkomen, mogen we niet denken dat het goddelijke gelijk is aan een beeld van goud of zilver of steen, het werk van een ambachtsman, door mensen bedacht. 30 God slaat echter geen acht op de tijd waarin men hem niet kende, maar roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen, Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lezen Handelingen 17: 22 -31 31 want hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een man die hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft hij geleverd door hem uit de dood te doen opstaan. ’ Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Psalm 115: 2, 6, 7 2 Hij, onze God, bewoont hemels licht. Daar heeft Hijzelf zijn hoge troon gesticht. Hij doet naar zijn behagen. Hun goden zijn van zilver en van goud, slechts mensenwerk, zodat wie op hen bouwt, vergeefs om hulp zal vragen. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Psalm 115: 2, 6, 7 6 Vertrouw op God, gij die de HERE vreest, want Hij is steeds hun hulp en schild geweest, heel Israël ten zegen. Aärons huis zal rijk gezegend zijn. Waar men hem vreest, ontvangen groot en klein die zegen op hun wegen. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Psalm 115: 2, 6, 7 7 De HERE zal u en uw nageslacht vermeerderen in aantal en in macht. Gezegend zij uw leven. De HERE, die de hemel en de aard' geschapen heeft en die sindsdien bewaart, zal u zijn zegen geven. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Tekst Handelingen 14: 16 -17 16 Hij heeft in het verleden alle volken hun eigen weg laten gaan, 17 maar heeft toch blijk gegeven van zijn goedheid: vanuit de hemel heeft hij u regen geschonken en vruchtbare seizoenen, hij heeft u overvloedig te eten gegeven en u zodoende vreugde gebracht. ’ Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Preek Thema: Wees met je dankbaarheid aan het juiste adres: bij de levende God! Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Preek Paulus en Barnabas in Lystra • Een gelovige kreupele wordt genezen • Massahysterie en offerfeest van de kant van de inwoners – Het verhaal van Zeus en Hermes – De inwoners gedreven door angst • Paulus en Barnabas zijn ontzet – Zij verkondigen de lévende God Ld. 479 T. Hand. 14: 16 -17 Lz. Hand. 14: 8 -18; Ps. 67: 1, 3 Hand. 17: 22 -31 Ld. 460: 1, 2, 5 Ps. 115: 2, 6, 7 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Preek De lijn naar vandaag • Lystra is aan het verkeerde adres – ‘verkeerd verbonden’ • Het is goed om naar elkaar toe je dankbaarheid te uiten • Maar als je God vergeet, ben je ten diepste toch aan het verkeerde adres • Ben je met je vertrouwen aan het goede adres? Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Preek Handelingen 14: 16 -17 16: “Hij heeft in het verleden alle volken hun eigen weg laten gaan” 17: “maar heeft toch blijk gegeven van zijn goedheid: vanuit de hemel heeft hij u regen geschonken en vruchtbare seizoenen, hij heeft u overvloedig te eten gegeven en u zodoende vreugde gebracht” Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Preek De lijn naar vandaag • Over het algemeen ervaren wij het leven niet als een bedreiging van ons bestaan • Jij bent afhankelijk van Gods genade, zorg en zegen • Dankdag: afhankelijkheid van God en vertrouwen op God • MET JE DANKBAARHEID BEN JE BIJ GOD AAN HET GOEDE ADRES Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Psalm 67: 1, 3 1 De Here God zij ons genadig en tone ons zijn aangezicht. Zijn zegen schenke Hij weldadig, Hij doe ons wandlen in zijn licht, opdat allerwegen / volken zien de zegen van uw heil, uw woord. Ja, in alle landen, / aan de verste stranden, worde het gehoord. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Psalm 67: 1, 3 3 Dat alle volken, Heer, U prijzen, uw naam bezingen in hun lied. U wilt uw goedheid ons bewijzen, nu ons het land zijn vruchten biedt. God schenkt allerwegen / ons zijn rijke zegen. Hij, die alles geeft, Hij zij hoog geprezen, / Hem moet ieder vrezen die op aarde leeft. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lied 460: 1, 2, 5 1 Loof de Koning, heel mijn wezen, gij bestaat in zijn geduld, want uw leven is genezen en vergeven is uw schuld. Loof de Koning, loof de Koning, tot gij Hem ontmoeten zult. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lied 460: 1, 2, 5 2 Looft Hem als uw vaadren deden, eigent u zijn liefde toe, want Hij bergt u in zijn vrede, zegenend wordt Hij niet moe. Looft uw Vader, looft uw Vader, tot uw laatste adem toe. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Lied 460: 1, 2, 5 5 Engelen, zingt ja en amen met de Koning oog in oog! Zon en maan, buigt u tezamen en gij sterren hemelhoog! Looft uw Schepper, looft Hem, die het al bewoog! Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Collecte Kerk Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Gezang 137: 1, 2 1 'k Wil U, o God, mijn dank betalen, U prijzen in mijn avondlied. Het zonlicht moge nederdalen, maar Gij, mijn licht, begeeft mij niet. Gij woudt mij met uw gunst omringen, meer dan een vader zorgdet Gij, milde bron van zegeningen, zulk een ontfermer waart Gij mij. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Gezang 137: 1, 2 2 Ik weet, aan wie ik mij vertrouwe, al wisselen ook dag en nacht. Ik ken de rots waarop ik bouwe: Hij feilt niet, die uw heil verwacht. Ook aan de avond van mijn leven breng ik, van zorg en strijden moe, voor elke dag, mij hier gegeven, U nog een dankbaar loflied toe. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Amen, amen. Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137
― Dankdag 2012 ― Ld. 479 Lz. Hand. 14: 8 -18; Hand. 17: 22 -31 Ps. 115: 2, 6, 7 T. Hand. 14: 16 -17 Ps. 67: 1, 3 Ld. 460: 1, 2, 5 Gz. 137